Projectleiderschap CJG – Centrum voor Jeugd en Gezin

Margit Bouman kreeg de opdracht om voor een gemeente van ca. 12.000 inwoners een Centrum voor Jeugd en Gezin te realiseren. Uitgangpunt was het organiseren van kwalitatief goede dienstverlening voor ouders en jeugdigen op een zo efficiënt mogelijke manier. Na de realisatie van het CJG kregen wij de opdracht het gemeentelijk projectleiderschap CJG uit te voeren.

Werkwijze projectleiderschap CJG

Een van de elementen van onze aanpak bij de realisatie was het onderscheid in de fase van beleidsontwikkeling en – uitvoering. Daarnaast is veel tijd besteed aan de rolverdeling tussen opdrachtgever, de gemeente, en opdrachtnemer, de uitvoerende partij. Beide elementen zorgen voor een succesvolle aanpak.

Voor het projectleiderschap CJG is de rolverdeling eveneens van wezenlijk belang. De gemeente voert zoveel mogelijk op afstand de regie. Deze zit er zeker in de beginfase nog wel boven om er voor te zorgen dat de strategie wordt uitgevoerd zoals vooraf is uitgezet. De coördinatie van het CJG is door de gemeente neergelegd bij één van de instellingen voor de jeugdgezondheidszorg. Daarnaast ligt de casusregie en coördinatie binnen de verschillende bestaande netwerken onder de verantwoordelijkheid van de netwerkcoördinator. Die netwerkcoördinator is tevens leerplichtambtenaar van de gemeente.

Resultaat

Het Centrum voor Jeugd en Gezin is als fysiek punt in een multifunctioneel centrum gerealiseerd. Dit punt wordt bij toerbeurt bemand door één van de partijen die meedoen aan het CJG. Bijzonder in dit verhaal is dat de nadruk ligt op het bereik van de doelgroepen op de scholen. Dit wordt gerealiseerd doordat wekelijks een medewerker van het CJG op alle basisscholen aanwezig is. Dit is speciaal voor ouders en/of kinderen om vragen te beantwoorden over opvoeden en opgroeien.

Het resultaat van het onderbrengen van de coördinatie van alle netwerken bij de leerplichtambtenaar, dus ook die op de verschillende VO-scholen in de regio, is dat duidelijk is in welk netwerk elke  jongere/gezin wordt besproken. Hiermee worden dubbelingen voorkomen. Het belangrijkste resultaat is dat een heleboel organisaties de handen ineen hebben geslagen om ouders en kinderen zo goed mogelijk terzijde te staan bij hun vragen en anderen, zoals het onderwijzend personeel, te ondersteunen waar het gaat om opvoed- en opgroeivragen. De medewerkers van de organisaties gaan naar de mensen toe, zijn gemakkelijk te bereiken, spreken gewone taal en lossen zoveel , zo goed en zo snel mogelijk zaken op met de ouders en kinderen.

Vervolgtraject

Na een proefperiode volgt een evaluatie en kunnen zaken worden bijgesteld. Dat kan betekenen dat de inloopmomenten worden uitgebreid, het kan ook zijn dat er op grond van binnenkomende vragen andere activiteiten worden aangeboden.

Margit Bouman

Adviseur