De nieuwe ‘Wet Inburgering’

De nieuwe Wet Inburgering  komt er aan. Deze wet zorgt dat de verantwoordelijkheid voor regie op inburgering van nieuwkomers  terug naar de gemeenten. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat er bij het inburgeren maatwerk en kwaliteit wordt geboden. De adviseurs van Keizers & Visser maken gebruik van elkaars ervaring en capaciteiten. Ieder bekijkt een opgave vanuit een bepaalde expertise en dat brengen we bij elkaar. Ook de nieuwe Wet inburgering kent verschillende invalshoeken. We bevragen in dit artikel een aantal van onze adviseurs.

Potentieel aan talenten benutten

De VNG is blij met de inhoudelijke lijn van het voorstel. Gemeenten kunnen als lokale overheid niet-vrijblijvende afspraken maken met taalaanbieders en de inburgeraar over het te volgen traject. De nieuwkomers krijgen bij de gemeente een brede intake en een Persoonsplan Inburgering en Participatie (PIP).
‘Dit is een grote verbetering ten opzichte van het huidige systeem.’ aldus Jan Christiaan Goudbeek. ‘In de tijd dat ik wethouder was, vroeg ik me wel eens af of we het potentieel van de inburgeraar wel voldoende benutten. Bij de uitvoering van de nieuwe wet krijgen gemeentes in elk geval de kans om goed te beleggen dat de talenten van mensen goed worden benut. Zo moeten we bijvoorbeeld de opleidingen die we aanbieden beter laten aansluiten bij de diploma’s, die de mensen in het land van herkomst al hebben behaald.’

Ook Johan Kivits is van mening dat we beter moeten aansluiten op wat mensen kunnen. Zo kunnen deze mensen de Nederlandse taal beter leren spreken en schrijven. Zo kunnen zij hun kansen om zelfstandig mee te doen in de samenleving vergroten. ‘We moeten focussen op de talenten die mensen hebben. Daartoe moeten we achterhalen wat de drijfveren van onze inburgeraars zijn. Om die drijfveren goed te achterhalen bij mensen, die de taal nog slecht beheersen, moet je mensen soms ook in de eigen taal kunnen benaderen.’

Van sturen naar coachen

Als een gemeente maatwerk per cliënt wil bieden, vraagt dit om een nieuwe aanpak door consulenten werk en inkomen. ‘Ik wil me graag inzetten om de benodigde gedragsverandering bij de consulenten te bewerkstelligen,’ zegt Caspar Rauws. ‘Ik wil consulenten graag begeleiden, zodat zij leren verder te kijken dan hun eigen rol en verantwoordelijkheid. Voor het bieden van het maatwerk aan de hand van de talenten van de inburgeraar, is het nodig dat ook andere partijen die een rol hebben binnen het traject worden betrokken. Je moet creatief zijn, op een andere manier durven kijken en soms risico’s durven nemen. Dat vraagt om medewerkers die leren om buiten de gebaande paden en resultaatgericht te werken. Een zo regelarm mogelijk beleid is dan noodzakelijk.’

De samenhang benutten

‘Bij de uitvoering van de Participatiewet lopen we bij de huidige inburgering tegen de grenzen van de wet aan,’ legt Luuk de Boer uit. ‘In de nieuwe Wet Inburgering 2021 kunnen we gelukkig vanaf de start dat mensen in onze gemeente komen wonen aan de slag, of het liefst nog daarvoor. Dat is een enorme verbetering. Zodra we weten wie er naar onze gemeente komt, kunnen we in overleg met het COA; wie zijn het, wat is er al gedaan? Dat is het uitgangspunt voor de doorgaande lijn die we moeten realiseren. We maken een plan waarin alles aan de orde komt: huisvesting, inrichting, uitkering, meedoen in de wijk, financieel plan van aanpak, maar ook begeleiding naar werk of stageplek. Maatwerk bieden maakt het mogelijk dat je verschillende leerlijnen en routes kunt toepassen.’

‘Het mooie is dat je allerlei verschillende partijen in beweging kunt zetten om inburgeraars op de juiste wijze te ondersteunen,’ zegt Margit Bouman. ‘Vele organisaties kunnen een deel bijdragen, zodat de inburgeraar zich zo snel mogelijk thuis gaat voelen in een gemeente en als vanzelfsprekend onderdeel gaat uitmaken van de samenleving. Bijvoorbeeld de woningcorporatie die de kennismaking in de buurt kan mobiliseren, maar ook de school, de sportvereniging, de welzijnsorganisatie kunnen een belangrijke rol vervullen.’

Hogere eisen nieuwe wet Inburgering 

Er gaan hogere eisen gelden voor inburgering, waaronder een hogere taaleis.
‘Inburgeren is echter veel meer dan alleen de taal kennen en zo mogelijk in je eigen onderhoud voorzien,’ zegt Jan Christiaan Goudbeek. ‘Deelnemen aan de samenleving is ook de kinderen op zwemles doen, deelnemen aan het verenigingsleven en vrijwilligerswerk doen. Sommige nieuwkomers kennen een in onze ogen traditionele rolverdeling. Voor die dames is het belangrijk dat voor kinderen, die nog niet naar school gaan kinderopvang wordt geboden, zodat ook zij deel kunnen nemen aan taalles en bijvoorbeeld vrijwilligerswerk.’

Een knelpunt is, zo zegt ook de VNG, dat de wijzigingen ondanks de hogere eisen, binnen de huidige financiële kaders moeten worden doorgevoerd.

Integrale aanpak

Johan Kivits ziet de oplossing in het dichter bij de samenleving organiseren van de inburgering. Participeren in de samenleving wordt steeds belangrijker. Ook het inzetten van de betrokkenheid van de samenleving voor inburgeraars is een belangrijke randvoorwaarde. Ik wil gemeenten graag meenemen in het neerzetten van trajecten, waarbij zij wel de regie nemen, maar de uitvoering beleggen bij de (lokale) maatschappelijke partners, zoals zorg, onderwijs en welzijn. Zij moeten dan natuurlijk ook de schakel naar de samenleving en naar het bedrijfsleven en werkgevers realiseren.’ Caspar Rauws sluit hierop aan: ‘Ook de woningcorporaties kunnen een stukje van deze verantwoordelijkheid op zich nemen door acties uit te voeren, waardoor bewoners voorbereid worden op nieuwe medelanders die in de wijk komen wonen en inburgeraars zich welkom voelen in de wijk waar ze komen wonen.’

Talenten benutten

‘Administratieve en ondersteunende functies in Nederland vragen al een behoorlijk taalniveau. Om de taal te leren, moet je vooral de kans krijgen om dit te oefenen in de praktijk,’ vult Margit Bouman aan. ‘Ga werken vanuit de passie en talenten van de inburgeraar. Ga als gemeente op zoek naar projecten in de gemeente -zoals bijvoorbeeld een volkstuin, het opknappen van een dorpshuis of kerktoren, een schilderklus, een cultuurproject, een bouwploeg of grimeactiviteit voor theater, een kringloopwinkel. Breng culturen bij elkaar, communiceren en leren van elkaar en dan stap voor stap naar onderwerpen die meer schriftelijke taalvaardigheid vragen. Begin met iets waar de individuele passie en vaardigheden van de inburgeraar op aansluit. Zo zorg je voor krachtige gemotiveerde medewerkers. Dat zij met plezier laagdrempelig (zonder veel druk) kunnen beginnen met het Nederlands in de praktijk toe te passen. Taal leer je door te praten en te lezen en er plezier aan te beleven!’

Jan Christiaan Goudbeek, Johan Kivits, Caspar Rauws, Luuk de Boer en Margit Bouman zijn adviseurs bij Keizers & Visser. De adviseurs van Keizers & Visser ondersteunen gemeenten bij bijvoorbeeld de voorbereidingen voor de invoering van de nieuwe Wet Inburgering .

Wilt u weten wat onze adviseurs voor uw gemeente kunnen betekenen? Neem contact op via info@keizersvisser.nl of bel met tel.: 085-4010688 en wij maken geheel vrijblijvend een afspraak.

Margit Bouman

Adviseur inburgeringswet

Johan Kivits

Adviseur inburgeringswet

Jan-Christiaan Goudbeek

Adviseur inburgeringswet